Samenwerking van grote meerwaarde bij zingevende dagbesteding 

zingevende daginvulling

SKILZ ontwikkelt een richtlijn voor zingevende dagbesteding in de langdurige zorg. Voorzitter van de werkgroep is Laura Lodder, verpleegkundig specialist bij Aafje thuiszorg. In gesprek met haar vertelt ze onder meer over het belang en het doel van deze richtlijn.  

Belang van dagbesteding

Vanuit Laura’s werk, onder meer binnen een afdeling psycho-geriatrie bij een revalidatiecentrum, gaat ze in op het belang van dagbesteding.  

‘Dagbesteding geeft structuur en invulling aan je dag. Als mensen dat zelf niet of tijdelijk niet meer kunnen, dan kunnen de dagen lang en saai zijn. Dat is voor iemands herstel of gezondheid niet bevorderlijk, en kan ook leiden tot bijvoorbeeld somberheid. Want als je niet ervaart dat de dingen die je doet voor jou zin hebben of als je er geen plezier aan beleeft, heeft dat invloed op hoe je je voelt.’ 

‘De manier waarop iemand zijn dag kan invullen, en daar plezier in heeft en energie van krijgt, draagt bij aan hoe je ergens gelukkig kunt wonen. En dan maakt het niet uit of het gaat om een oudere met dementie in een verpleeghuis, iemand met niet-aangeboren hersenletsel of een verstandelijke beperking. Het is belangrijk dat we mensen binnen de langdurige zorg een fijne dag kunnen geven,’ stelt Laura. 

Doel van de richtlijn

Het belangrijkste doel van de richtlijn is handvatten geven aan zorgprofessionals. Laura: ‘Het is belangrijk om te weten hoe en waar je moet beginnen als je zingevende dagbesteding wilt realiseren. En hoe breng je in kaart wat voor iemand zingevende dagbesteding is? Want dat verschilt. Wat voor de ene persoon passend is, hoeft dat voor een ander niet te zijn. Voor elke persoon moet je dat dus uitzoeken.’ 

‘Je ziet nu dat er veel verschillende manieren zijn om dagbesteding in te richten; dat er veel disciplines bij betrokken zijn. Per organisatie verschilt dat. Dat hoeven we ook niet te veranderen, maar dat je weet wat kan en mogelijk is en welke rol verschillende zorgverleners daarin kunnen spelen, is wel helpend.’ 

‘Binnen de langdurige zorg zou ik het liefst zien dat de verschillende zorgprofessionals nauwer samenwerken als het om dagbesteding gaat. Dat er meer verbinding ontstaat tussen de medische gerelateerde zorg en welzijn, want ze zijn van invloed op elkaar. Zo heeft ervaren welzijn effect op iemands medische situatie, en andersom. Ik zou het mooi vinden als de richtlijn deze verbinding en samenwerking verder kan versterken. Daarvoor is meer begrip en inzicht nodig in wat de ander kan doen of hoe je elkaar kunt helpen. Maar ook onderlinge afstemming over wie wat doet, bijvoorbeeld over informatie verzamelen over een cliënt zodat dingen niet dubbel gedaan worden. Binnen mijn organisatie zie ik bijvoorbeeld dat de inzet van agogen bijdraagt door de tijd en aandacht die ze kunnen besteden aan cliënten om mogelijkheden en wensen in kaart te brengen. 

Versterken van de samenwerking tussen de verschillende zorgverleners en weten hoe je dat doet, heeft een positief effect voor cliënten. Daar ben ik zeker van.’ 

Verschillende perspectieven

Laura: ‘Ik ben erg benieuwd naar de diverse perspectieven die binnen de werkgroep gaan samenkomen. Want de blik op dagbesteding zal anders zijn vanuit de thuiszorg, gehandicaptenzorg of de ouderenzorg. Zo hebben cliënten binnen deze sectoren bijvoorbeeld een ander leervermogen. Leeftijd kan ook een rol spelen. De focus op dagbesteding is voor een jonger iemand in de gehandicaptenzorg anders dan voor een oudere met een complexere medische situatie.’  

‘Ook van organisaties onderling kunnen we leren. Bijvoorbeeld over hoe we ons verhouden tot de relatie tussen de medische kant en welzijn, zoals eerder benoemd. ‘Want die balans zal per sector anders zijn.’ 

Een belangrijk onderwerp voor de richtlijn zal deze samenwerking tussen de zorgverleners zijn. ‘Dat is echt van meerwaarde’, stelt Laura. ‘Inzicht in hoe je wat doet, wie wat doet, hoe stem je af, dat zijn zaken die kunnen bijdragen aan het vormgeven van zingevende dagbesteding. 

Zingevende dagbesteding draait daarnaast voor mij ook echt om het kennen van degene om wie het gaat, wat hij of zij leuk vindt. Maar vooral om aandacht en gezien worden. Want je bent gezien als de dagbesteding goed is.’