Sinds 1 januari 2025 is Matijn Coret namens de NVAVG bestuurslid van SKILZ. Matijn werkt inmiddels veertien jaar als arts verstandelijk gehandicapten bij Zuidwester, een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel. Tot vorig jaar was Matijn bestuurslid bij de NVAVG en in 2018 was hij bij de oprichting van SKILZ betrokken.

Zomerdokter bij Zuidwester
Matijn: “Toen ik bezig was met mijn doel om kinderplastisch chirurg te worden, kwam ik erachter dat chirurgie toch niet passend was. Ik ben daarna als ‘zomerdokter’ begonnen bij Zuidwester. De enorm diverse casuïstiek die daar langskwam en de interactie met de patiënten vond ik meteen ontzettend leuk. Dat was zo anders dan in het ziekenhuis, ik realiseerde me toen dat ik dat in het ziekenhuisleven miste. Ik had het in Zuidwester zo naar mijn zin dat ik de opleiding tot arts VG ben gaan volgen en vervolgens ben ik nooit meer weggegaan.
“Waarom gaan dingen hier zoals ze gaan?”
Tijdens mijn opleiding vroeg ik me vaak af: waarom gaan dingen hier zoals ze gaan? Binnen chirurgie moet je altijd snel beslissingen nemen dus dat was ik gewend. In deze sector ging naar mijn idee alles vrij traag. Het duurde lang voordat er knopen werden doorgehakt. Daarom wilde ik een breed en goed beeld krijgen van het hoe en waarom van de gang van zaken, dus ben ik destijds in het bestuur van de NVAVG als secretaris aan de slag gegaan.
Inmiddels snap ik waarom dingen gaan zoals ze gaan binnen de VG-sector. Het is een hele aparte sector waarbij het vak arts VG niet kan leunen op andere specialismen, zoals dat bij de medisch specialisten het geval is door bijvoorbeeld de FMS. Systemen zijn eigenlijk nooit van toepassing op onze doelgroep. Voor ouderenzorg bijvoorbeeld is een dossiersysteem ontwikkeld dat niet bruikbaar is binnen de VG-sector omdat het voor onze cliënten een leven lang mee zou moeten gaan. En de VG is natuurlijk een klein segment dus het is vaak niet zo’n interessant businessmodel om iets speciaal voor deze sector te ontwikkelen.
De noodzaak om te professionaliseren
In de begintijd werd er bij de NVAVG veel met vrijwilligers gewerkt. Zij schreven richtlijnen naast hun betaalde baan, daardoor konden trajecten erg lang duren. Soms was een richtlijn al verouderd tegen de tijd dat ie uitkwam. Daarnaast kost het ontwikkelen van een richtlijn veel arbeidsuren. Het is zonde als zo’n richtlijn vervolgens alleen maar op de website van de NVAVG staat. Zo is SKILZ ontstaan. Ik vond het noodzakelijk om te professionaliseren, de kwaliteit moest omhoog en we moesten de samenwerking met andere specialismen vergroten. Op die manier kregen de richtlijnen voor de arts VG meer status en bekendheid. Een ander punt is dat artsen VG niet per se hele goede richtlijnontwikkelaars zijn. Inhoudelijk zijn ze natuurlijk ijzersterk dus het is goed dat zij inhoud leveren maar het proces zelf is een vak apart.
Het nut van richtlijnen
In mijn optiek is een richtlijn bedoeld om de minimale kwaliteit neer te zetten die je overal wilt hebben zodat niet iedereen zelf hoeft uit te vinden hoe je een bepaalde handeling verricht. Het is een bundeling van kennis en kunde waardoor je gezamenlijk verder kunt in kwaliteit. In die zin is het absoluut een kwaliteitsverbetering. Als behandelaar kun je eigenlijk meer en er is ruimte om eventueel, gefundeerd, van een richtlijn af te wijken. Als je met een richtlijn werkt die volgens een standaard is ontwikkeld, maakt het ook niet eens zoveel uit of je met een invalkracht werkt. Er is met z’n allen een werkwijze afgesproken die efficiënt en zinvol is. Ook in die zin is een richtlijn van grote waarde. Door de inzet van kennis en een bepaalde werkwijze kan ook meer onderzoek gedaan worden waardoor de kwaliteit van zorg verder verbetert.
Een eigen draai geven
Ik ben sinds januari dit jaar bestuurslid van SKILZ, zeven jaar nadat ik bij de oprichting betrokken was. In de bestuursrol zit ik er wat dichter op en hoop ik meer mijn eigen draai aan de ontwikkeling van richtlijnen te kunnen geven. Als ik zie hoeveel er wordt gedaan en gebeurt binnen SKILZ, word ik daar heel enthousiast van. De inhoudelijke bijdrage van de professional, in combinatie met het multidisciplinaire karakter, komt zowel de status als de inhoud van de richtlijn ten goede. Het proces van richtlijnontwikkeling blijf ik interessant vinden.
Implementatie van de richtlijnen
Natuurlijk is implementatie van groot belang. Hoe zorgen we dat mensen de richtlijnen kennen? Daarvoor moet je naar zowel kleine als grote radartjes kijken. We moeten achterhalen waar mensen hun informatie vandaan halen. Als het niet loopt zoals het moet lopen, waar kun je dan terecht? Welke instantie komt er dan bij kijken? Dergelijke instanties kunnen als een olievlek werken bij het verspreiden van richtlijnen. Neem het CCE bijvoorbeeld, zij kunnen zorgmedewerkers op een richtlijn wijzen en zo een olievlek creëren.
Zorgmedewerkers moeten voelen dat richtlijnen een toegevoegde waarde hebben en in mijn rol als bestuurslid hoop ik daar samen met de andere bestuursleden en het bureau van SKILZ aan bij te dragen.”