Delier bij mensen met een verstandelijke beperking
Een delier is een stoornis in het bewustzijn en de aandacht. Dit houdt in dat er een verminderd besef van zichzelf of de omgeving is en een verminderd vermogen om de aandacht te sturen, te richten, vast te houden en te verplaatsen. Mensen met een verstandelijke beperking hebben een verhoogd risico op een delier. Dit komt onder andere door complexere zorgbehoeften, een hogere kwetsbaarheid en omdat mensen met een verstandelijke beperking ook niet altijd kunnen aangeven dat zij klachten ervaren. Het herkennen en behandelen van een delier is daardoor vaak lastig, wat kan leiden tot gemiste of vertraagde diagnoses en inadequate zorg.

Hoewel er momenteel al verschillende richtlijnen over delier bestaan, richten deze zich niet specifiek op mensen met een verstandelijke beperking. SKILZ is gestart met een knelpunteninventarisatie om in kaart te brengen welke knelpunten zorgprofessionals in de praktijk ervaren, en om te zien of er behoefte is aan een richtlijn specifiek over delier bij mensen met een verstandelijke beperking is De ontwikkeling van de richtlijn wordt begeleid door Bernadette van Glansbeek – Schutijser,
Knelpunteninventarisatie
Aan de hand van een vragenlijst zullen knelpunten uit de praktijk worden opgehaald. Momenteel staat de knelpunteninventarisatie open. Zodra de reacties binnen zijn en verwerkt zal er hier een factsheet over worden gepubliceerd.
Wat zijn jouw ervaringen met delier bij mensen met een verstandelijke beperking? Vul de knelpunteninventarisatie hier in: https://nl.surveymonkey.com/r/Knelpunteninventarisatie_Delier
Planning
Begin 2025 is formeel gestart met de knelpunteninventarisatie. Medio 2025 wordt besloten of voor dit thema een richtlijn wordt ontwikkeld of een ander kwaliteitsinstrument.
Status
Voorbereiding en afbakening
Stap 1
Knelpuntenanalyse
Stap 2
Literatuuronderzoek
Stap 3
Conceptversie
Stap 4
Commentaarronde
Stap 5
Autorisatie
Stap 6
Stap 1: Voorbereiding en afbakening
De ontwikkeling van een richtlijn begint bij de voorbereiding. De procesbegeleider begint met een inventarisatie van al lopende (onderzoeks-) initiatieven. Vervolgens gaat de werkgroep verder met het afbakenen van de cliëntgroep, bepalen van de definities en begrippen en welke producten moeten worden opgeleverd.
Stap 2: Knelpuntenanalyse
De volgende stap is het uitvoeren van een knelpuntanalyse onder zorgprofessionals in het werkveld, cliënten, mantelzorgers en hun vertegenwoordigers. Op basis van deze analyse worden uitgangsvragen geformuleerd.
Stap 3: Literatuuronderzoek
Ter voorbereiding op het schrijven van een eerste conceptversie van de richtlijn wordt systematisch onderzoek gedaan naar wetenschappelijke literatuur. Op basis van het literatuuronderzoek wordt besloten of er aanvullend onderzoek nodig is.
Stap 4: Conceptversie
De werkgroep schrijft een conceptversie van de richtlijn. Deze is gebaseerd op de resultaten van het literatuuronderzoek en de inbreng vanuit het veld (best practices en ervaringsdeskundigen).
Stap 5: Commentaarronde
De conceptversie wordt voorgelegd aan verschillende beroeps-, branche- en cliëntenorganisaties. Op basis van het commentaar worden, als het nodig is, aanpassingen gemaakt in de conceptversie van deze richtlijn. In deze fase worden ook implementatieadvies en informatiemateriaal ontwikkeld.
Stap 6: Autorisatie
In de autorisatiefase wordt de richtlijn voorgelegd aan de beroepsverenigingen die hebben meegewerkt aan de ontwikkeling ervan.
Werkwijze
Lees hier alles over onze werkwijze voor de ontwikkeling van richtlijnen.