Bewegen
Voldoende lichaamsbeweging is belangrijk en draagt bij aan een goede gezondheid. Voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking zijn normen en beweegadviezen opgesteld. Maar het behalen van deze normen is een uitdaging voor deze groepen.
Bewegen en gezondheid
Bewegen is voor iedereen gezond. De landelijke beweegnorm die geldt is: bewegen is goed, meer bewegen is beter. Daarnaast geldt voor volwassenen en ouderen een norm van minstens 150 minuten per week matig intensieve inspanning. Maar voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking is bewegen of extra bewegen vaak een uitdaging, ondanks adviezen die gegeven worden. Voor de laatste groep geldt ook dat zij afhankelijk zijn van anderen.
Om het bewegen van beide groepen mensen die langdurige zorg ontvangen, te bevorderen ontwikkelt SKILZ op het thema bewegen een multidisciplinair kwaliteitsinstrument. Dit gebeurt onder regie van procesbegeleiders Marscha Engelen en Tanja Mol. Doel van het instrument is zorgverleners ondersteunen in hoe zij ouderen en mensen met een verstandelijke beperking meer kunnen laten bewegen.
Stand van zaken
Begin januari 2023 is gestart met deskresearch. Bestaande documenten over het thema zijn in deze fase in kaart gebracht. Ook zijn er gesprekken gevoerd met een aantal experts uit het veld. Uit deze gesprekken blijkt dat de beweegadviezen niet altijd worden behaald en personeel behoefte heeft aan ondersteuning om dit in de dagelijkse praktijk vorm te geven. Ook lijkt onduidelijk hoe zij cliënten meer kunnen laten bewegen, zonder dat er veel extra personele krachten voor ingezet moeten worden. Om deze knelpunten vast te stellen en andere knelpunten te achterhalen, heeft SKILZ een knelpuntenanalyse uitgezet. Ook wordt zo ingespeeld op ervaringen en behoeften van zorgprofessionals in de praktijk.
Status
Voorbereiding en afbakening
Stap 1
Knelpuntenanalyse
Stap 2
Literatuuronderzoek
Stap 3
Conceptversie
Stap 4
Commentaarronde
Stap 5
Autorisatie
Stap 6
Stap 1: Voorbereiding en afbakening
De ontwikkeling van een kwaliteitsinstrument begint bij de voorbereiding. De procesbegeleider begint met een inventarisatie van al lopende (onderzoeks-) initiatieven. Vervolgens gaat de werkgroep verder met het afbakenen van de cliëntgroep, bepalen van de definities en begrippen en welke producten moeten worden opgeleverd.
Stap 2: Knelpuntenanalyse
De volgende stap is het uitvoeren van een knelpuntanalyse onder zorgprofessionals in het werkveld, cliënten, mantelzorgers en hun vertegenwoordigers. Op basis van deze analyse worden uitgangsvragen geformuleerd.
Stap 3: Literatuuronderzoek
Ter voorbereiding op het schrijven van een eerste conceptversie van het kwaliteitsinstrument wordt systematisch onderzoek gedaan naar wetenschappelijke literatuur. Op basis van het literatuuronderzoek wordt besloten of er aanvullend onderzoek nodig is.
Stap 4: Conceptversie
De werkgroep schrijft een conceptversie van het kwaliteitsinstrument. Deze is gebaseerd op de resultaten van het literatuuronderzoek en de inbreng vanuit het veld (best practices en ervaringsdeskundigen).
Stap 5: Commentaarronde
De conceptversie wordt voorgelegd aan verschillende beroeps-, branche- en patiëntenverenigingen. Op basis van het commentaar worden, als het nodig is, aanpassingen gemaakt in de conceptversie van het kwaliteitsinstrument. In deze fase worden ook implementatieadvies en informatiemateriaal ontwikkeld.
Stap 6: Autorisatie
In de autorisatiefase wordt het kwaliteitsinstrument voorgelegd aan de beroepsverenigingen die hebben meegewerkt aan de ontwikkeling ervan.