Signaleren van lichamelijke gezondheidsproblemen
Lichamelijke gezondheidsproblemen komen veel voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Voorbeelden van lichamelijke gezondheidsproblemen zijn misselijkheid, verwardheid en bijwerkingen van medicatie. Denk ook aan beperkingen in de zintuigen als horen en zien, obstipatie en slaapproblemen. Het tijdig herkennen van deze problemen en het vroegtijdig inzetten van (evidence-based-)interventies kan bijdragen aan het comfort en de kwaliteit van leven van deze mensen.

Mensen met een verstandelijke beperking zijn echter niet altijd in staat deze problemen zelf te herkennen en aan te geven. Naasten en zorgverleners moeten deze gezondheidsproblemen dus voor hen herkennen, ook wel signaleren genoemd. Signaleren is het geheel van activiteiten dat erop gericht is om signalen op te vangen die mogelijk wijzen op een lichamelijk gezondheidsprobleem. Zo kan verandering van gedrag bijvoorbeeld een signaal zijn van een lichamelijk gezondheidsprobleem.
De beroepsvereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) heeft in 2015 de multidisciplinaire richtlijn ‘Signaleren van lichamelijke problemen bij volwassenen met een verstandelijke beperking’ ontwikkeld. V&VN heeft aangegeven dat deze richtlijn aan herziening toe is en heeft SKILZ gevraagd of zij deze richtlijn wil overnemen en de herziening wil uitvoeren. SKILZ zal daarmee de richtlijn een multidisciplinaire insteek geven. Naast de richtlijn ‘Signaleren van lichamelijke gezondheidsproblemen bij volwassenen met een verstandelijke beperking’ publiceert SKILZ de richtlijn ‘Signaleren van pijn bij mensen met een verstandelijke beperking’. Deze richtlijn richt zich specifiek op pijn, waar de richtlijn lichamelijke gezondheidsproblemen een bredere oriëntatie heeft dan pijn.
De ontwikkeling van deze richtlijn gebeurt onder begeleiding van procesbegeleider Bernadette van Glansbeek - Schutijser.
Planning
In september 2024 is formeel gestart met de herziening van deze richtlijn. Op dit moment wordt een werkgroep geformeerd. De verwachting is dat de richtlijn begin 2026 gepubliceerd zal worden. Bekijk hieronder de actuele status van de richtlijn, welke stappen er nog zullen volgen en wat hier aan vooraf is gegaan.
Status
Voorbereiding en afbakening
Stap 1
Knelpuntenanalyse
Stap 2
Literatuuronderzoek
Stap 3
Conceptversie
Stap 4
Commentaarronde
Stap 5
Autorisatie
Stap 6
Stap 1: Voorbereiding en afbakening
De ontwikkeling van een richtlijn begint bij de voorbereiding. De procesbegeleider begint met een inventarisatie van al lopende (onderzoeks-) initiatieven. Vervolgens gaat de werkgroep verder met het afbakenen van de cliëntgroep, bepalen van de definities en begrippen en welke producten moeten worden opgeleverd.
Stap 2: Knelpuntenanalyse
De volgende stap is het uitvoeren van een knelpuntanalyse onder zorgprofessionals in het werkveld, cliënten, mantelzorgers en hun vertegenwoordigers. Op basis van deze analyse worden uitgangsvragen geformuleerd.
Stap 3: Literatuuronderzoek
Ter voorbereiding op het schrijven van een eerste conceptversie van de richtlijn wordt systematisch onderzoek gedaan naar wetenschappelijke literatuur. Op basis van het literatuuronderzoek wordt besloten of er aanvullend onderzoek nodig is.
Stap 4: Conceptversie
De werkgroep schrijft een conceptversie van de richtlijn. Deze is gebaseerd op de resultaten van het literatuuronderzoek en de inbreng vanuit het veld (best practices en ervaringsdeskundigen).
Stap 5: Commentaarronde
De conceptversie wordt voorgelegd aan verschillende beroeps-, branche- en cliëntenorganisaties. Op basis van het commentaar worden, als het nodig is, aanpassingen gemaakt in de conceptversie van deze richtlijn. In deze fase worden ook implementatieadvies en informatiemateriaal ontwikkeld.
Stap 6: Autorisatie
In de autorisatiefase wordt de richtlijn voorgelegd aan de beroepsverenigingen die hebben meegewerkt aan de ontwikkeling ervan.