SKILZ is eind 2021 aan de slag gegaan met de knelpunteninventarisatie voor het thema Proactieve zorgplanning in de langdurige zorg – medische zorg en behandeling. De knelpunten zijn opgehaald door middel van een online vragenlijst bij beroeps-, branche-, en cliëntenorganisaties en bij onderzoekers in proactieve zorgplanning.
Respondenten
In totaal hebben 98 respondenten de vragenlijst ingevuld. Het merendeel (81,4%) was zorgverlener, 11,3% was cliëntenvertegenwoordiger en 8,3% was beleidsmedewerker of onderzoeker. Onder de zorgverleners hebben met name verpleegkundig specialisten, specialisten ouderengeneeskunde en geestelijk verzorgers de vragenlijst ingevuld. Zij waren met name werkzaam in de intramurale ouderenzorg, gevolgd door de ouderenzorg in de eerste lijn, en de intramurale verstandelijk gehandicaptenzorg.
Top 5 van genoemde knelpunten
- Informatieregistratie en -overdracht
Respondenten ervaren veel knelpunten op het gebied van de overdracht van informatie, waaronder het ontbreken van een eenduidige werkwijze, een vertraagde of ontbrekende informatie-uitwisseling tussen disciplines en moeite om gemaakte afspraken met cliënten en naasten helder te verwoorden in rapportages. Ook een overzicht van de maakte afspraken ontbreekt vaak. Zorgverleners die de cliënt niet goed kennen zijn daardoor vaak niet goed op de hoogte van gemaakte afspraken.
- Gespreksvoering
Als voornaamste knelpunt werden de randvoorwaarden voor het gesprek genoemd, zoals beperkingen in tijd of geschikte ruimtes en het afstemmen van de agenda’s van alle betrokkenen. Daarnaast werden veel knelpunten ervaren rondom de inhoud van een gesprek over proactieve zorgplanning, bijvoorbeeld omdat niet duidelijk is welke behandelkeuzes moeten worden voorgelegd en hoe uitgebreid dit moet worden besproken. Ook een gebrek aan ziekte-inzicht bij cliënten en naasten in de langdurige zorg werd vaak genoemd, bijvoorbeeld door cognitieve beperkingen of omdat er onrealistische verwachtingen over toekomstscenario’s zijn.
- Samenwerking
Er ontbreekt een overzicht van de betrokken disciplines bij proactieve zorgplanning in de langdurige zorg. Daarnaast is onduidelijk wanneer de specialist ouderengeneeskunde en de arts verstandelijk gehandicapten betrokken moeten worden. Dit hangt ook samen met knelpunten op het gebied van verantwoordelijkheden: respondenten benoemden dat het vaak onduidelijk is wie het aanspreekpunt is bij het uitvoeren van proactieve zorgplanning in de langdurige zorg.
- Initiëren van proactieve zorgplanning
Knelpunten onder dit thema gingen met name over het te laat starten van proactieve zorgplanning. Respondenten ervaren daarnaast dat dit voor zowel zorgverleners als cliënten en naasten een moeilijk onderwerp is om te bespreken en er onduidelijkheid is over wie verantwoordelijk is voor het opstarten van proactieve zorgplanning.
- Uitvoeren van afspraken
Bij het uitvoeren van afspraken werd ervaren dat deze niet altijd helder zijn, bijvoorbeeld omdat deze onvoldoende concreet zijn geformuleerd of omdat deze in een acute situatie lastig te achterhalen zijn. Daarnaast werden knelpunten ervaren rondom het wijzigen van afspraken: bijvoorbeeld het te laat signaleren dat gemaakte afspraken niet meer passend zijn, of omdat gemaakte afspraken toch niet meer goed voelen voor cliënten en naasten.
Naast de knelpunten op de negen uitgevraagde thema’s, werden ook knelpunten aangedragen over de kennis en vaardigheden van zorgverleners. Genoemde knelpunten waren onder andere een gebrek aan vaardigheden bij het initiëren en voeren van een gesprek over proactieve zorgplanning, of onvoldoende expertise om de gemaakte afspraken uit te kunnen voeren.
Vervolg
De knelpunten uit het werkveld kwamen overeen met de verzamelde knelpunten door de werkgroep en vanuit de literatuur. De werkgroep heeft de knelpunten vervolgens geprioriteerd en vertaald naar uitgangsvragen. Deze zullen in drie modules worden ondergebracht: het initiëren van proactieve zorgplanning, de gespreksvoering en de organisatie van zorg. Komende periode zal aan de slag worden gegaan met het literatuuronderzoek. Tegelijkertijd zal de werkgroep starten met het formuleren van aanbevelingen op uitgangsvragen die op basis van de expertise van de werkgroep beantwoord kunnen worden. Naar verwachting wordt het kwaliteitsinstrument medio 2023 gepubliceerd.