Richtlijn Obstipatie: handvatten voor omgaan met obstipatie 

Obstipatie

Vrouw obstipatie

Obstipatie is een vervelende aandoening waarbij een cliënt zich niet of nauwelijks kan ontlasten. Obstipatie wordt ook wel verstopping genoemd en kan het dagelijks leven negatief beïnvloeden. Obstipatie kom veel voor bij cliënten in de langdurige zorg. Zowel bij ouderen als mensen met een verstandelijke beperking.  

Wim Verest is vanuit V&VN voorzitter van de werkgroep die de gezamenlijke SKILZ-V&VN richtlijn Obstipatie ontwikkelt. Hij is Docent/Onderzoeker Hbo Verpleegkunde bij de studieroute Gezondheid & Technologie, Hogeschool Saxion in Deventer. De werkgroep is in januari 2023 gestart.  

Knelpunten in de praktijk 

Ongeveer de helft van de verpleegkundigen en verzorgenden heeft dagelijks te maken met cliënten met obstipatie.  

Wim: ‘Zorgverleners werken nu op verschillende manieren. En dat is niet altijd gebaseerd op onderzoek of best practices. Of het wel of niet werkt is onbekend. Er zijn richtlijnen voor bijvoorbeeld meer drinken en meer bewegen. Dat helpt bij obstipatie, maar er is nu geen specifieke richtlijn voor obstipatie. Om nog beter te achterhalen wat de knelpunten zijn, is in 2020 door Nivel een knelpuntenanalyse uitgezet in de hele zorgsector. Hieruit bleek dat naast het verschillend werken, ook het risico op obstipatie niet altijd op tijd wordt gesignaleerd. Ook goed zicht hebben op het ontlastingspatroon van een cliënt is benoemd als knelpunt. Uit een aanvullende knelpuntenanalyse door SKILZ onder begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking, is duidelijk geworden dat dit onderwerp ook in de VG-sector een belangrijk thema is. Reden genoeg om een specifieke richtlijn voor obstipatie te ontwikkelen. Zo kunnen we handvatten geven aan zorgverleners om met obstipatie om te gaan.’ 

Gevolgen van obstipatie 

Obstipatie kan grote gevolgen hebben voor het dagelijks leven van cliënten.  

Wim: ‘Als iemand een langere tijd, gedurende minimaal een maand, meerdere perioden met moeizame of geen ontlasting heeft kan dit iemands leven negatief beïnvloeden. Dan kan het bijvoorbeeld gaan om buikpijn en misselijkheid. Klachten variëren van mild tot ernstig. Als zorgverlener wil je graag obstipatie oplossen en dat kan bijvoorbeeld met een klysma, een medicijn of manueel verwijderen van de ontlasting. Maar dat soort handelingen is voor een cliënt niet comfortabel en daarbij kunnen de darmen lui worden. Dat wil je voorkomen. Met deze richtlijn willen we daarom ook bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van leven van cliënten.  

Inhoud van de richtlijn  

Aandacht voor het risico op obstipatie is een belangrijk onderdeel van de richtlijn.  

‘Mensen met een aandoening of mensen die vermoeid zijn en daardoor veel zitten hebben meer risico om obstipatie te ontwikkelen. Dat geldt ook voor mensen die te weinig drinken. Dat zie je in de ouderenzorg, maar ook bij mensen met een verstandelijke beperking die veel zorg nodig hebben. Lopen is een ander voorbeeld. Lopen is goed om het risico te verminderen, maar niet iedereen kan dat. Dit soort onderwerpen die met leefstijl te maken hebben, willen we voor deze richtlijn verder verkennen. Welke wetenschappelijke onderbouwde vormen van leefstijladviezen helpen bij het voorkomen van obstipatie of bij het oplossen ervan?’  

Andere onderdelen die voor de richtlijn onderzocht worden zijn mogelijke interventies en welke instrumenten geschikt zijn om het ontlastingspatroon van een cliënt te observeren.   

Werkgroep 

De werkgroep is samengesteld uit diverse expertises. ‘Daar zijn we blij mee’, stelt Wim. ‘Met onder meer een specialist ouderengeneeskunde, een diëtist, verpleegkundige specialisten, verpleegkundigen, een begeleider gehandicaptenzorg en een mantelzorger, kunnen we aan de slag om een goede richtlijn voor obstipatie te ontwikkelen.’